Vinken 1 - Vogelringstation AWDuinen

Vogelringstation AWDuinen
Ga naar de inhoud

Vinken 1

Publicaties

Waar komen de Vinken vandaan en waar trekken ze heen ?
(Jaarverslag VRS AWDuinen 2000)

Inleiding.
De Latijnse naam voor de Vink is Fringilla coelebs. Dit betekent zoiets als, tjilper ongepaard. Dat wil zeggen, de vrouwtjes en mannetjes gaan gescheiden, na elkaar op trek.
Deze naam klopt, want uit ringonderzoek is gebleken, dat van september tot half oktober er meer vrouwtjes dan mannetjes Vinken gevangen worden. Na 20 oktober is het andersom en worden er meer mannetjes dan vrouwtjes gevangen. Bovendien worden vroeg in het seizoen meer jonge dan oude vogels gevangen.
De in Nederland broedende Vinken zijn deels standvogel. De Vink trekt in Nederland door van half september t/m november en van maart t/m april.

Trekonderzoek.
Het belangrijkste doel van het vogels ringen was de eerste 75 jaar, om door terugmeldingen van geringde vogels een aantal vragen te kunnen beantwoorden, zoals;
Waar vliegt de vogel na het ringen naar toe. In het najaar betekent dit vooral, waar gaan ze overwinteren en in het voorjaar, waar gaan ze broeden.
Via welke route vliegen de vogels en welke tussenstops doen ze aan.
Hoe lang doen ze daar over, m.a.w. hoe snel vliegen ze.
Hoe oud kunnen die vogels worden.
Trekken mannetjes en vrouwtjes gelijk weg, of ieder apart.
Trekken jonge vogels eerder, of juist later dan de oude vogels, of via een andere route.
Wat is de doodsoorzaak van de vogel. (Vaak wordt opgegeven hoe men aan de ring is gekomen).
Inmiddels is het verzamelen van biometrische gegevens, het monitoren d.m.v. een CES opstelling en de eigen terugvangsten veel belangrijker geworden. Hier wordt in dit artikel niet verder op ingegaan. Van zangvogels moeten zeer grote aantallen geringd worden om voldoende terugmeldingen te kunnen krijgen om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden.
Bij de Vink is het terugmeldingspercentage voor geheel Nederland 1,5 %. Hiervan wordt  1,08 % uit Nederland teruggemeld en 0,41 % komt uit het buitenland. Tot en met 2001 werden in de AW duinen 6826 Vinken geringd. Van 57 Vinken werd een terugmelding ontvangen. Eigen vangsten binnen 1 maand werden niet meegerekend. Deze 57 terugmeldingen zijn slechts 0,84 % van het aantal door ons geringde Vinken. Dit is ongeveer de helft van het landelijk gemiddelde. Splitsen we de terugmeldingen van de AWD Vinken op in terugmeldingen uit Nederland en uit het buitenland, dan zien we dat het aandeel buitenlandse terugmeldingen voor geheel Nederland en de AWD precies gelijk zijn, namelijk 0,41 %.

Broedgebied.
De Vink is één van Europa’s talrijkste broedvogels. Uit ringonderzoek is gebleken, dat de Vink voornamelijk een korte afstands trekker is. De meeste Vinken komen uit noord en noordoost Europa en overwinteren in west- en midden Europa. De in Nederland geringde Vinken komen voornamelijk uit Scandinavië en overwinteren in west Europa en de Britse eilanden.
De terugmeldingen van in de AWD geringde Vinken laten een zelfde beeld zien als hierboven, met één opvallend verschil. Tot heden werd nog nooit een Vink teruggemeld uit Zweden, terwijl van de Nederlandse Vinken zowel uit Zweden  als uit Noorwegen meer dan honderd teruggemeld worden. Vermoedelijk berust dit op toeval, want het aantal terugmeldingen bij de AWD Vinken is maar zeer klein.
Bekijken we de terugmeldingsmaanden van de AWD Vinken, dan zien we dat in de broedtijd, van april t/m juli, de terugmeldingen uit Finland, Noorwegen en Denemarken komen. Eén terugmelding uit Noorwegen in september zal ook wel een broedvogel geweest zijn. De vinder meldde de Vink als dood, onbekend is, hoelang de Vink al dood was.
Overwinteringsgebied.
De terugmeldingen van de AWD Vinken uit december t/m februari komen voornamelijk uit Engeland, maar ook uit België en Nederland. Dit geeft goed aan waar de belangrijkste overwinterings gebieden liggen.
De landelijke terugmeldingen komen ook nog uit west Frankrijk, noord Spanje en Portugal. Dit bewijst dat er soms ook Vinken verder naar het zuiden trekken.

Trekroute.
In de trektijd, in maart en van september t/m november komen de terugmeldingen vooral uit België en Nederland. Dit zullen deels overwinteraars zijn.
De Vinken uit Noorwegen en Zweden en deels uit Finland vliegen via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar het zuiden om bij Cap Gris Nez het Kanaal over te steken naar zuid Engeland. Een deel van de Noorse Vinken kunnen onder gunstige weersomstandigheden, via de zuidpunt van Noorwegen oversteken naar Schotland en Engeland. Een deel van de Finse- en de Vinken uit de Baltische Staten volgen de zuidkust van de Oostzee, om via Duitsland naar Nederland en verder te trekken.
Buitenlandse ringen.
Een enkele keer wordt in de AWD een Vink met een buitenlandse ring gevangen. Dit waren  1 Engelse-, 2 Helgolandse-, 1 noord Duitse-, 1 Russische uit USSR langs de Oostzee en 1 Belgische ring. Deze ringplaatsen passen goed in het plaatje van de overige terugmeldingen.

Vindomstandigheden.
Van de 9 teruggemelde Vinken uit de AWD kwamen er 5 uit een braakbal van een Ransuil. De ringen werden gevonden in maart, begin mei en december en de Vinken zullen dus vóór die tijd gegeten zijn. Waarschijnlijk zijn het overwinterende Vinken geweest, die een maaltje vlees geleverd hebben aan de overwinterende Ransuilen. Vier Vinken werden door ons teruggevangen, tussen 1 maand en 4 jaar na het ringen.
In overig Nederland werden 20 Vinken teruggemeld. Bij 11 Vinken werd dood opgegeven, 8 Vinken werden gecontroleerd door ringers en 1 zat in een braakbal van een Ransuil. De 9 Belgische terugmeldingen betroffen  8 terugvangsten door ringers en 1 Vink werd gekooid.
Uit Engeland kwamen 10 terugmeldingen, hiervan werden 6 Vinken gecontroleerd door ringers en bij 4 Vinken werd dood opgegeven. De enige uit Finland teruggemelde Vink was dood. Uit Noorwegen kwamen 6 terugmeldingen, hiervan werd 1 Vink gecontroleerd door een ringer en 5 Vinken waren dood. De 2 uit Denemarken teruggemelde Vinken waren dood. Bij de als dood teruggemelde Vinken  werd enige keren de doodsoorzaak opgegeven. Dit was 4 x gedood door een kat, 3 x gedood in het verkeer en 3 x tegen een raam gevlogen.
Kaart met terugmeldingen van Vinken  




•  Gesloten stip is terugmelding van in de AW duinen geringde Vink.
?  Open driehoek is ringplaats van Vink die in de AW duinen werd teruggevangen.

Leeftijd.
De meeste terugmeldingen kwamen binnen 1 jaar terug. De oudste meldingen waren 6, 6½ en ruim 7 jaar oud. De zevenjarige Vink werd in Engeland gecontroleerd door een ringer en zal dus nog wel ouder geworden zijn. De oudste in Nederland geringde Vink werd ruim 10 jaar oud.

Conclusie.
Er zijn honderdduizenden geringde Vinken nodig om voldoende terugmeldingen te krijgen, waarmee betrouwbare uitspraken zijn te doen over de trekroute’s, broed- en overwinteringsgebieden. Toch kunnen er al tipjes van de sluier opgelicht worden door de terugmeldingen van ons Vogelringstation AW duinen te analyseren. De uitkomsten passen goed in het gehele plaatje van de in Nederland geringde Vinken.

Literatuur.
-         Blok, Henk en Stege ter, Herman. De Nederlandse Vogelnamen en hun betekenis.
-         Buijs, R.J. en Thomson D.L. Speciale uitgave van “Op het Vinkentouw”, dec. 2001.                                 
         Overzicht van 90 jaar Nederlandse ringgegevens.
-         Mullarney,K, Svensson,L, Grant,P.J, Zetterström,D, ANWB Vogelgids van Europa.
-         Speek B.J. en Speek G.. Thieme’s Vogeltrekatlas.
-         Terugmeldingen van Vinken geringd of gevangen in de AW duinen.
-         Vogeltrekstation. In volle vlucht (het ringwerk in Nederland; analyse en beleid).
Auteur:  Hans Vader.

Copyright © Vogelringstation AWDuinen.
Terug naar de inhoud