Roofvogels / Uilen
Roofvogels en uilen in 2000.
Aantallen territoria.
Evenals voorgaande jaren werd veel tijd besteed aan het vaststellen van het werkelijk aanwezige aantal territoria van elke roofvogelsoort. In de voorgaande jaren hadden wij vooral bij de Buizerd veel territoria waarin geen nesten gevonden werden. Vermoedelijk waren dit jonge vogels. In 2000 bleek echter dat in veel van de “nestloze”territoria van 1999, nu wel nesten gebouwd werden en eieren werden gelegd.
Tabel 1, lijst met vastgestelde territoria in 2000 :
Bosuil 21
Havik 10
Ransuil 1
Torenvalk 1
Sperwer 1
Boomvalk 4
Buizerd 19
De Havikpopulatie is gestabiliseerd, maar de Buizerd breidt zich nog steeds uit. Volgens de literatuur kan de soort nog aanzienlijk hogere dichtheden bereiken. De broedpopulaties van de Torenvalk, Sperwer en Ransuil bestaan nog slechts uit één paar voor iedere soort. Predatie door de Havik is waarschijnlijk een belangrijke oorzaak voor deze achteruitgang. Opmerkelijk was een winterroest van ongeveer 8 Ransuilen, die tot begin mei samen bleven. Dit terwijl in andere duingebieden de Ransuilen al lang op eieren zaten. De groep liet wel een fantastisch braakbalmonster achter, waaruit 1551 prooien werden gedetermineerd.
Broedseizoen.
De broedresultaten van de Bosuilen waren redelijk. Van de 13 paren die eieren produceerden, slaagden er 10 in om jongen groot te brengen. In het totaal vlogen er 24 jongen uit. De Sperwer en Ransuil slaagden niet, terwijl van de Boomvalken geen nesten gevonden werden, ondanks grote inspanningen.
Voor de Buizerd was het een succesjaar, er vlogen 30 jongen uit, die allen voorzien werden van een ring van het Vogeltrekstation. De jongenproductie van de Havik daalde ten opzichte van vorige jaren, er werden slechts 9 jongen grootgebracht. De extreem hoge dichtheid van de afgelopen jaren zal mogelijk niet gehandhaafd blijven. De geringere jongenproductie en de afname met één broedpaar zijn trends die ook elders in het land werden vastgesteld.
Voedsel.
Van Buizerd, Havik, Bosuil en Ransuil werden zoveel mogelijk braakballen en prooiresten verzameld. Van de Havik werden 285 prooien verzameld. Konijn, Houtduif, tamme duif en Vlaamse Gaai waren de belangrijkste prooidieren. Vermeldenswaard zijn echter ook prooidieren zoals, 2 Ransuilen, 4 Bosuilen, 1 Buizerd en maar liefst 7 Sperwers.
Van de Buizerd is het moeilijk om een goede indruk van het voedsel te verkrijgen. Duidelijk is wel, dat in het broedseizoen jonge konijntjes het hoofdvoedsel vormen. Grappig was ook de vondst van een achterpoot van een reekalfje op het nest van de Buizerd in Sasbergen. Vermoedelijk is dit een restant van een vossenmaal!
Tabel 2, voedsel van de Ransuilen op de winterroest.
aantal percentage
Bosmuis 957 62 %
Veldmuis 479 31 %
Rosse Woelmuis 59 4 %
Dwergmuis 4
Huismuis 1
Bosspitsmuis 3
Dwergspitsmuis 2
Konijn 1
Vogels 45 3 %
Populatieonderzoek bij de Bosuil.
In de wintermaanden worden maandelijks “vangronden”gehouden langs de uilenkasten en holen om inzicht te krijgen over de afkomst en de turnover van de populatie Bosuilen. De vangsten waren, mogelijk door het vaak slechte weer, zeer goed, we vingen tussen de 12 en 19 adulte uilen per ronde. Opvallend is hierbij de aanwezigheid van een aantal zwervers, meest eerstejaars vogels, (geboren buiten het duin) die zich nu in het duin ophouden. Een groot aantal van deze vogels wordt nooit meer teruggevangen en slechts een klein percentage weet zich ook daadwerkelijk te vestigen. Vermoedelijk elimineert de Havik een aanzienlijk aantal of zij sterven gewoon, zonder dat ze worden gevonden. Uit de voedselanalyses van de Havik valt te berekenen, dat de populatie Haviken per jaar ongeveer 20 tot 24 Bosuilen consumeren. Dit is evenveel of vaak meer dan de jaarlijkse aanwas !
Presentaties en publicaties.
In oktober 2000 werden in Duitsland op een internationaal symposium (Sumposium Harz 2000) twee presentaties gegeven :
1.“The tormented Tawny Owl (Strix aluco) : A long term study on consecutive types of interspecific competition in a Dutch dune
reserve”.
2. “The fading of the Long eared owl (Asio otis) : A 40 year study of chain reactions between predators, prey species and vegetation
development in a Dutch dune reserve”.
Naar aanleiding van deze lezingen in Duitsland heb ik, eveneens in oktober, een presentatie gegeven, onder de titel, “Bosuil en Ransuil, van de hemel in de hel?”, voor de medewerkers van de AWDuinen
Auteur: Fred Koning.